Leesfragment

Gordon Bennett!

Guikje Roethof

De Paris Herald zag op 4 oktober 1887 het licht in rue Coq-Héron 5, een donker, afgekloven straatje niet ver van de Beurs en de Hallen. Hij heette gewoon de New York Herald.  De Fransen noemden hem ook wel Le New York en hij stond al snel bekend als de krant van Gordon Bennett. De Paris Herald was een vehikel om de afstand tussen Amerika en Europa te overbruggen en is dat onder de naam International Herald Tribune tot lang na zijn dood gebleven. De New York Herald gaf in die tijd meer geld uit aan buitenland correspondenten dan alle andere Amerikaanse kranten bij elkaar. Een deel van dat nieuws kwam via de telegraaf in de Paris Herald terecht en werd door de Franse kranten gretig overgenomen.
De Paris Herald moest de Amerikaanse ideeën en verworvenheden onder de aandacht van Europeanen brengen. Bennett wilde de stem van Amerika laten doorklinken in Europa.
Aangezien het toerisme een centrale plek inneemt in zijn ideeën voor deze krant, is het niet verwonderlijk dat hij een kantoor huurt vlakbij de Opéra van Parijs. Dit magistrale theater van architect Charles Garnier is in 1875 open gegaan. De zaal heeft bijna tweeduizend stoelen en het gebouw is een kunstwerk op zichzelf. Een kleine 100 meter van het bordes aan het begin van de Avenue de l’Opéra vestigt Bennett op nummer 49 een kantoor van de Commercial Cable Company en van de New York Herald naast elkaar. Amerikaanse reizigers konden telegrammen versturen in het linker kantoor en daarnaast achter de rechter ingang konden zij hun naam noteren in het grote New York Herald namenregister. Het nabij gelegen Café de la Paix was in 1862 opengegaan en werd bezocht door bekende schrijvers, artiesten en mensen met blauw bloed, zoals de Britse kroonprins ‘Bertie’, de latere koning Edward VII.
Voor dit nieuwe avontuur stelt Bennett een kleine staf aan van voornamelijk Engelse journalisten. Hij nodigt hen uit voor een lunch bij hem thuis aan de Champs-Elysées om zijn redactionele koers toe te lichten. Aan het eind van zijn speech vatte hij samen: ‘Ik wil u heren er aan herinneren dat ik de enige lezer ben van deze krant. Ik ben de enige die u tevreden moet stellen. Als ik de kolom op zijn kop wil afdrukken, dan wordt hij op zijn kop afgedrukt. Ik vind een dode hond in de rue de Louvre interessanter dan een verwoestende overstroming in China. Ik wil een dragend artikel per dag. Als ik zeg dat dit artikel over zwarte kevers moet gaan, dan gaat het over zwarte kevers.’
Het eerste nummer van de krant was vier pagina’s dik. Links stond het nieuws dat via de telegraafkabel uit de New York Herald was overgenomen, gevolgd door het zeer populaire zakennieuws uit Wall Street. De tweede pagina bood ruimte aan de commentaren en de brieven aan de redactie. Hier stond ook een uiterst belangrijke rubriek van de Paris Herald, het society nieuws. Dat begon onschuldig. In het eerste nummer staat het volgende vermeld: ‘Mr. William K. Vanderbilt will return from London on Wednesday.’
‘Mr. James G. Blaine and family arrived at the Hôtel Vendôme Sunday, from Geneva. Mr. And Mrs. Blaine took a stroll along the boulevards and were recognized. They will go to the Rivièra at an early date.’  
Onder deze wetenswaardigheden plaatste Bennett een mededeling van een andere orde.
‘Professor John L. Sullivan’s new book is almost ready for publication. It is expected to make a great hit.’
Bennett richtte zich met zijn krant op de reizende elite in Europa. De bevoorrechte klasse trok van Wenen naar Boedapest, Berlijn of andere pleisterplaatsen en wilde graag weten wat in andere steden gebeurde. Hoewel de Paris Herald veel nieuws bracht, meer dan de meeste Europese kranten, waren de krenten in de pap vaak van heel andere aard. Wat te denken van het bericht dat de dood van een Russische dame op een bal in Sint-Peterburg te wijten was aan een te nauw corset? Of het verhaal over society meisjes in Boston die in een opiumkit waren betrapt met studenten van Harvard, de pijpen nog in de hand? In de New York Herald was het strikt verboden een mening te laten doorklinken in de nieuwsberichten, maar voor de Paris Herald was Bennett minder streng.
In zijn Parijse uitgave introduceert Bennett een genre dat je de ‘social media’ van de achttiende eeuw kunt noemen. Hij stelt de kolommen open voor brieven van achthonderd tot maximaal duizend woorden uit de kuuroorden van Europa geschreven door bezoekers van die plaatsen en niet door professionele journalisten. Deze amateurs kregen duidelijke aanwijzingen. Beschrijvingen uit de reisgidsen over de monumenten, de parken of de ondergaande zon moesten ze achterwege laten. Van de inzendingen, die onder namen als ‘Trouville Temptations’, ‘The Delights of Aix’, of ‘Exquisite Evian’ in de krant kwamen, werd verwacht dat ze gingen over aankomst, vertrek en verblijf van bekende Amerikanen, Engelsen, Fransen, Russen en Oostenrijkers. De informatie mocht echter niet smadelijk of kwaadaardig zijn. Bennett betaalde vijftig francs voor een geplaatste brief, waarmee hij een wedstrijdelement toevoegde aan deze voor hem goedkope werkwijze. Door deze society-journalistiek werd de Paris Herald door heel Europa goed gelezen en groeide de krant in korte tijd uit tot een interessant podium voor adverteerders, met name luxe hotels, restaurants en reisorganisaties. De scherpste vorm van ‘social reporting’ kwam evenwel toch van de beroepsjournalisten. ‘Shooting in the Swarzbach: Emperor William Enjoys Two Days’ Bad Sport’, kwam van een professional.
Van het begin af aan spat het joie de vivre van de kolommen en worden steeds weer nieuwe technieken ingezet. De fotografie kwam op. Parijs inspireert Bennett meer afbeeldingen in zijn kranten te zetten. De salons van de schone kunsten boden een unieke gelegenheid voor het afdrukken van foto’s met de fotogravure machine van de Paris Herald. Dit gebeurde in speciale, rijk geïllustreerde bijlages. De krant bracht prachtige kerstbijlages uit met stripverhalen en kerstliedjes, vol geschreven door bekende Franse schrijvers, zoals Henri de Rochefort, gelardeerd met advertenties van de nieuwste mode (ook met veel plaatjes). De bijdrages van bekende medewerkers van de New York Herald, Walt Whitman en Mark Twain bijvoorbeeld, werden ook in de Parijse editie opgenomen. Alles bij elkaar sprankelde de Paris Herald van nieuwigheid en weerspiegelde de krant de hersenkronkels van zijn eigenaar die boven alles geïnteresseerd bleef in het lot van kleine hondjes en dierenwelzijn in het algemeen, naast de weerberichten met het oog op zeilwedstrijden en de pleziervaart.
In 1889 was Parijs het stralende middelpunt van de vooruitgang, toen daar de Wereldtentoonstelling van start ging met als grote blikvanger de toren van Eiffel. Nog steeds vergapen de toeristen in Parijs zich dagelijks aan dit imposante ijzeren bouwwerk dat 300 meter hoog is. Ingenieur en bouwer Gustave Eiffel is waarschijnlijk een relatie van Bennett geweest omdat hij zich ook vaak terugtrok in Beaulieu-sur-Mer waar hij net als Bennett een kapitale villa aan zee tot zijn beschikking had. Andere frequente bezoekers van dit kleine plaatsje zijn de Engelse eerste minister Lord Salisbury en de eigenaar/uitgever van Le Petit Journal, Hippolyte Auguste Marinoni, die een Franse rotatiepers heeft uitgevonden.
Bennett moet van zijn drukpersen geweten hebben, maar hij kiest voor import uit Amerika en vervangt zijn ouderwetse Duplex machines door Amerikaanse rotatiepersen. Voor de Paris Herald koopt hij rond 1890 een linotype die een deel van het werk van de regelzetters overneemt. Al Laney schrijft in zijn boek Paris Herald, The Incredible Newspaper: ‘De meesterdrukkers van Parijs kwamen naar de Rue du Louvre voor deze mechanische wonderen. Toen ze hoorden dat machines 3.000 dollar per stuk hadden gekost, vonden ze het maar niks en zeiden dat ze in Frankrijk onbruikbaar waren. Niettemin veranderden deze machines, die nog steeds in Parijs staan, de Franse krantenwereld. Het waren de eerste in hun soort op het Europese continent.’